Deze week moeten er een aantal spijkers met koppen worden geslagen. Het gesprek bij de thuiszorg-organisatie moet ik in de agenda gaan zetten, zo ook het gesprek met de hypotheekbank en alle daarbij behorende rompslomp waar ik niet op zit te wachten, maar die ik toch het hoofd moet gaan bieden- dat voelt als vechten tot ik diep op de “knibbels” zit, zoals ze hier in Friesland de knieën noemen. We moeten de advertentie voor de auto gaan maken, want dat wil ik samen met Gijs doen. Allemaal dingen die in de categorie “niet leuk” ondergebracht kunnen worden.
Nadat R. vrijdag de auto van binnen had schoongemaakt, wil Gijs hem toch nog een keer door de wasstraat halen voor de foto’s. Voor het eerst sinds onze twintig jarige verkering zitten we samen naar de roterende moppen te kijken.

Een nieuwe dimensie in ons huwelijk. Het wordt steeds avontuurlijker. Ik wil niet dat het stopt.

Daarbij moet ik wel aantekenen dat Gijs sowieso nooit een veelvuldig bezoeker van de wasstraat was. Hij is met de, toen erg kleine, Lizzie wel eens aan de autopoets geweest maar hoogstwaarschijnlijk was dat, jawel, omdat er een auto verkocht ingeruild moest worden.
We rijden naar een stukje ongerepte kalmte en Fries landschap, even buiten het dorp. Alhoewel het voor Gijs zwaar is om in en uit de auto te stappen, van alle kanten de wagen te fotograferen en zelfs even door zijn knieën te moeten voor een betere beeldpositie, wil hij het toch zelf doen. En dat is begrijpelijk; het zou niet anders moeten.
Terug naar huis stelt hij vast dat het een genot is om de koeien in de wei te zien, daar waar ze horen, in plaats van in de vreselijk grote stallen die aan alle kanten ook in onze omgeving herrijzen.

Lizzie zit in haar toetsweek en dat maakt dat ze de ene dag heel hard moet leren, maar vrij is en de andere dag een paar uur naar school is om haar geleerde kennis in praktijk te brengen. Ze is er contentieus in, werkt er accuraat en hard voor. Maar na de toetsen aardrijkskunde en Latijn komt ze huilend thuis. Ze heeft haar aardrijkskunde toets “helemaal verknald” zegt ze snikkend, omdat het haar niet lukte om binnen de gestelde tijd haar opdrachten te maken. “Ik begreep het niet eens..” snuift ze en laat zich in mijn armen wiegen als een klein meisje. Ik word overspoeld door een heftig medelijden; het kind moet ook zoveel verwerken en het is zo’n gesloten oester eigenlijk, dit is ongetwijfeld een resultaat van de stille zorgen die ze heeft. Ik besluit om het toch te proberen, toch in een onbewaakt ogenblik die zorgen aan te roeren. Ik weet niet wat het beste is.
Ze heeft nieuwe gymschoenen nodig en dat lijkt me de ideale reden om een middagje samen wat te doen: als ze vroeg uit school komt, gaan we eerst even wat drinken en dan een paar winkels in en uit voor schoenen, een shirt voor Gijs, matten voor in de auto. Omdat ik haar sinds vorige maand kledinggeld geef, kijkt ze anders naar de rekken dan voorheen. Ze haalt een gebreid vest tevoorschijn, dat lang en kleurrijk is. Iets wat ze niet eerder zou dragen, maar dat ze nu wel wil passen. Het staat haar uitstekend en dan straalt het snoetje als ik aangeef dat ze het moet doen als ze er blij van wordt. Het is €19,00 en ze krijgt nog €20,00 terug gestort van de bank, die een fout in hun systeem hadden en abusievelijk twee tientjes van haar rekening hebben ingehouden bij een pinautomaat die defect was. inmiddels ook alweer een maand geleden: dat is het eerste waar ik over ga bellen als we thuis zijn. Ik schiet het haar voor. Weet, dat dit vaker zou moeten gebeuren. Tenslotte is het een tiener die ook gelukkig moet kunnen zijn. Een soort wasstraat-effect maar dan met een vest.
Ondertussen gaat de herfst door en kleurt alles tijdelijk mooier. Het pad is geplaveid met goud en boven ons hoofd hangen guirlandes te schitteren.


Redenen genoeg om te blijven knokken voor het behoud van onze boerderij, zolang het mogelijk is. Dat er welige tierende vegetatie op het dak groeit, is misschien in onze situatie wel gunstig. Want dat wil toch niemand hebben, behalve wij?

Maar ik moet ook reëel blijven. Nu is het al moeilijk, doordat we geen vakantie-opvang meer kunnen bieden en ik derhalve niets meer van inkomen genereer. Laat staan als we weer enkele maanden verder zijn: alles gaat wel gewoon door en Lizzie moet zo nu en dan een vestje kunnen kopen. Ik zorg dat de moeilijke gesprekken in de agenda staan. Ook dit ligt op mijn bord en ik zal er doorheen moeten bijten. Wie had het over een zure appel, als er een hele kist geconsumeerd moet worden?
Doordat Gijs nu zijn nieuwe “pep-pil” ontdekt heeft, zijn de middagen inderdaad een stukje aangenamer voor hem. Hij pakt zijn zoektocht naar zijn voorouders weer op en er gaat een oude wereld voor hem open. Nog steeds rommelt zijn dag,- en nacht ritme wat en kan hij slecht slapen, niet alleen vanwege de vreemde energiebogen maar ook vanwege de andere ongemakken: hele dikke voeten, dikke benen van het vocht, maagzuur dat tot in zijn slokdarm brandt. Medicatie bijwerkingen of andere oorzaken? Hij weet het niet, maar zit er wel mee. Bovendien is er zo nu en dan ook een “emo-dag” aan de orde en dan kan hij om alles wel huilen. Niet verwonderlijk maar zeker niet fijn.
Woensdag is ook zo’n dag en juist vandaag moet ik iets gaan aanstippen bij hem omdat er weinig andere tijd voor is. Ik kan het niet blijven uitstellen. In overleg met zijn collega’s hebben we “De Dag”op vrijdag gezet. Enkele weken later zou vermoedelijk niet meer zo gemakkelijk zijn en vorige week was Gijs te slecht om er zelfs maar over na te kunnen denken. Dus aan tafel gooi ik het hoge woord er toch maar uit: “Je collega’s zouden je graag nog een keer willen zien en willen aanstaande vrijdag met je brunchen.”
Ik kijk naar alle emoties die over zijn vermoeide gezicht dansen. Ik zie een “nee, alsjeblieft niet,” ik zie een “ja dat is misschien goed,” ik zie een “maar hoe moet dat dan en zullen ze niet van mij schrikken.” Ik zie het allemaal voorbij komen. Geef aan dat iedereen weet dat hij ziek is, juist daarom. Dat het informeel is en dat ze hem missen. Dat het niet alleen voor hem is, maar ook voor hen.
“Oké. Laat ik het maar doen. Eigenlijk wil ik het ook wel graag.” zegt hij. Dat hij op dat moment tegelijkertijd een heel andere uitdaging met zichzelf is aangegaan, is het thema van deze dagen:…. terwijl hij over de brunch moet nadenken eet hij voor de allereerste keer van zijn leven een nieuwe haring. Met uitjes!