Lizzie is uit logeren en dat maakt altijd dat ik een vorm van het lege nest syndroom heb. Dat was deze week al door het uitvliegen van de baby-zwaluwtjes, maar na een intensieve dag zoals gisteren, waarop Laura en Lizzie het huis vulden met hun aanwezigheid, is hun afwezigheid helemaal voelbaar. Het is eindelijk echt zomers zonnig en dat maakt dat alle honden heerlijk buiten kunnen zijn. Er is nog steeds de nobele taak om alle zwarte bessen te plukken en het hondje verder te trimmen, wat woensdag maar voor de helft gelukt was. Ze kan niet naar huis met één geknipt oortje. De andere honden genieten van het kinderzwembad, dat ik elke ochtend met schoon water vul nadat de pony’s ervan gedronken hebben tijdens het afgrazen van ons veldje en dat aan het einde van de dag een spiegelend meertje van modder is.
Gijs doet het bewust rustig aan, hij wil niet weer in de valkuil van haast trappen. Tijdens de eerdere kuren was hij in dit stadium nog erg actief, tartte dan zijn energie. Maar omdat hij eigenlijk al een stuk minder bijgekomen was in de rustweek, voornamelijk door de emotionele spanningen van de onderzoeken, is het van belang dat hij nu energie gaat vergaren. Hij rommelt wat op het erf, slaapt veel en leest veel. Ik doe wat boodschappen. Gijs heeft niet veel trek in eten en ikzelf hoef ook niet uitgebreid een drie gangen menu. Ik ga wel vanavond de eigenaar van de dekreu bellen, die we hebben uitgekozen voor onze Skye. Dat is uiteindelijk nu een heel goed vooruitzicht, omdat Gijs zich tegen die tijd echt goed zal kunnen voelen. Het is een fijn gesprek, warm, vertrouwelijk en alleen al daarom zie ik het zitten om met deze mensen het nieuwe, mooie avontuur aan te gaan.
Vanaf half tien breekt een muzikaal tijdperk aan, waar ik welk jaar opnieuw weer reikhalzend naar uitkijk. De Promenadeconcerten van de BBC. Zo divers, zo bijzonder en zo Brits. Ooit wil ik in de Royal Albert Hall in Londen een concert bijwonen. Dat staat al jarenlang op mijn verlanglijst. Er was een keer dat gijs voor mijn verjaardag een boottrip, overnachtingen en tickets voor een concert had geboekt, maar dat hebben we door vervelende omstandigheden moeten afzeggen. Voorlopig stel ik me tevreden met elke avond een concert via de radio, vanaf 9.00 uur, half 10. Dan gaat de knop om, de telefoon uit en dat is mijn dagelijkse moment van rust op de hectische zomerdagen.
Na de eerste indrukwekkende “Proms-avond” kijk ik even naar het NOS journaal op internet. Dan krijg ik een schok. Er is een markante theaterpersoonlijkheid overleden, onverwacht. Als ik naar de foto kijk, zijn warme gezicht met zijn soms ietwat ironische glimlach, zelfverzekerd maar tegelijkertijd open en empathisch, voel ik me verongelijkt verdrietig. Deze man betekende voor mij persoonlijk en mijn loopbaan erg veel. Hij stimuleerde, hij investeerde en had oog en gevoel voor nét die extra aspecten die zijn theater van een aardige schouwburg in het midden van het land naar een A status voerde. Door hem heb ik mij kunnen transformeren van ex theatertechnicus naar volbloed theatercateraar. Hij haalde het beste in me naar boven maar niet voor niets: hij eiste – met een reële aanloop – dat mijn werk niet meer zou kosten maar quitte zou gaan spelen. Hij had het geduld en gaf me het vertrouwen om het tot een winstgevend bedrijfje binnen zijn bedrijf te tillen. We spraken in sommige opzichten dezelfde taal, maar hij wist me ook als een soort coach af te remmen als hij het niet nodig vond dat ik doorjoeg. Hij kon me boos maken, tot stampvoetens toe, maar kon me ook verrassen met een innige omhelzing als hij blij was met mijn werk. Hij was meer dan een werkgever. Hij was een liefhebbende inspirator. Hij had er nog moeten zijn en niet op zijn 65e moeten sterven. Boos ben ik op de onredelijkheid van alles. Het duurt nog lang eer ik de slaap kan vatten.
De zondag staat in het teken van een openbaar vervoer rit, die me uiteindelijk meer dan vier uur gaat kosten. Lizzie wordt door onze vriendin uit Amersfoort naar Zwolle gebracht. Een mooi trefpunt: zij drie kwartier reizen en ik – in gewone omstandigheden- ook drie kwartier. Maar dit weekend zijn er werkzaamheden gepland en door de “warmte,” maar liefst 26 graden! zijn er ook wisselstoringen. Gijs brengt me naar het station in Heerenveen. Een zware klus, meer dan dat krijgt hij niet voor elkaar, want de nieuwe kuur bezorgt hem veel last. Het is vervelend om weg te gaan, maar het is nog veel vervelender om Lizzie alleen te laten reizen. Zo kies ik van twee vervelende dingen de minst vervelende…ik neem een boek mee voor in de bus.
Als Lizzie en ik uren later eindelijk thuis zijn, heeft Gijs al een boterham met een gebakken ei gegeten. De honden krijgen een verlate maaltijd, de ezels moeten op stal en ik draai nog een was. Ben er niet helemaal bij door het overlijden van P. Maar het roedel is weer compleet en daar zou ik wel een hele dag voor willen reizen!
Last van het lege nest syndroom kan ik ook niet meer hebben: de baby-zwaluwen zijn weer even terug. Maar in plaats van op hun eigen nest neer te strijken, hebben ze zich nu verdekt opgesteld op de rozenkrans, die al sinds jaar en dag gedrapeerd hangt rond een lampje in de gang. Tijdens de Kerstfeestelijkheden prik ik er witte duifjes in… nu hebben mijn gevederde vriendjes deze plek gevonden. Toch stuur ik ze met veel moeite weg. Ze horen gewoon buiten en niet als decoratiemateriaal op een rozenkrans van zijde!
