Omdat we morgen met drie honden naar een show gaan, houden we ons vandaag rustig. Gijs heeft de energie nodig omdat het toch een lange, inspannende dag gaat worden en Lizzie is wel aan de beterende hand, maar is nog verschrikkelijk moe en haar gezichtje vertoont sporen van de ontstoken holtes. De mensen die voor een kennismaking zouden komen, hebben afgebeld. Ze kiezen toch voor een ander ras en zullen dus niet meer bij ons op de wachtlijst blijven. Gigha moet nog gewassen worden. Omdat ze helemaal uit vacht is, heb ik daar zo lang mogelijk mee gewacht. Dan lijkt het nog wat als ze weer droog is.

Na het eten komt J. met haar hondje. Ze slaapt hier zodat we morgenochtend meteen weg kunnen en zij niet eerst nog naar ons moet reizen. Een gezellige avond resulteert in bijtijds naar bed gaan, alles is tot in de puntjes voorbereid, zodat we geen drukte hoeven uit te halen in de vroege ochtend.
Als ik net een uurtje slaap, wordt ik wakker gepiept. Gigha zit bij de slaapkamerdeur en loopt voor me uit naar de buitendeur. Als ik open doe, rent ze op een drafje naar een hoek en ik merk dat ze flink last heeft van haar darmen. Een beetje timide komt ze even later weer naar me toe. Ze heeft nog nooit diarree gehad, dus voelt zich niet prettig.
Hetzelfde ritueel speelt zich nog twee keer af. Ik besluit midden in de nacht dat ze niet mee gaat naar de show. Als ze ziek is, heeft ze daar niets aan en kan het vervelend zijn voor ons allemaal. Het enige is dat Lizzie haar in de gaten moet houden. Genoeg drinken en regelmatig uit.
Gebroken sta ik om kwart over zes op, ik heb ongeveer drie uur met tussenpozen geslapen. Maar dat mag de pret niet drukken: we hebben er zin in. Helemaal omdat we veel kennissen gaan zien en twee pups uit ons laatste nest ook acte de présence geven. We rijden prima op tijd weg in een goede stemming die omslaat als we na een uur merken dat de kachel van de auto het echt niet doet en Gijs ziet dat de temperatuur van de motor oploopt. In een ander geval zou ik gaan mopperen en nerveus worden, nu merk ik dat Gijs, die over het algemeen niet snel onder de indruk van een mankement van de auto is, echt niet verder durft te rijden. Een serieus probleem. Ik bel de Wegenwacht, nadat Gijs voorzichtig naar de oprit van de Ketelbrug is gegaan.

Er heerst een verslagen stilte in de ijskoude auto, we zijn alle drie met onze eigen gedachten bezig en de hondjes slapen. De ramen beslaan. Dat wordt niet de Ketelbrug over naar de show. J. en ik hebben met korte berichtjes de kennissen gebeld die we daar zouden zien, zodat ze ons af kunnen melden. Een vriendin, S. is er ook met haar hondjes en is bereid om in ieder geval de twee pups voor te brengen. En eventueel ook Iona’s broer Buddy. Nadat dat allemaal doorgesproken is, kunnen we niet anders dan wachten. Na ongeveer drie kwartier stopt het gele busje van de ANWB. Een rijzige man stapt uit en geeft ons een hand, kijkt dan met kennersblik onder de motorkap. Hij snuffelt aan de flacon waar de koelvloeistof in had gezeten. Die ruikt op een bepaalde manier en staat droog. Ergens is een lek. Als hij de flacon helemaal vol laat lopen moet Gijs de motor aanzetten. Het kan er erg slecht voor staan. Maar gelukkig ziet het er naar uit dat het een kleine lek is en de motor lijkt niet beschadigd. Even later rijden we toch de brug over, naar Urk, met de ANWB bus in ons kielzog. Op een verlaten carpoolplek stoppen we en kijkt de man opnieuw onder de motorkap. Ik verbaas me wat voor een rommel er allemaal ligt: een halve prei, een sok, een vogel zonder kop, een pak brood, een plastic tuitbekertje van een baby. Een carpoolplaats kan een heel verhaal vertellen. De man vertelt ons, dat hij er vertrouwen in heeft dat het om een klein lek gaat. Als we regelmatig even naar het peil van de koelvloeistof kijken, meent hij dat we toch naar Zaltbommel kunnen rijden.
In de auto wordt het warm en die behaaglijkheid maakt dat we alle drie opgetogen zijn: ook al komen we ontzettend laat aan en kan ik zelf de pups niet showen, we gaan in ieder geval iedereen weer zien en in de middag zijn onze grotere honden aan de beurt. dat moet lukken!

Voldaan rijden we uren later terug. Weliswaar is er maar één van onze hondjes in de prijzen gevallen, toch was het fijn om iedereen weer te zien en te spreken. En om trots te zijn op hoe de pups, groot en klein zich hebben ontwikkeld.

Maar Gijs rijdt gespannen want alhoewel het lek inderdaad erg klein is, merkt hij nog een ander mankement op en dat is mogelijk een veel groter probleem. Het is vermoeiend voor hem en drukt ook wel een domper op de opgetogenheid van een goede dag.
Thuis maak ik wat friet en een kaassoufflé. J. wordt vrij snel door haar moeder opgehaald en Gijs is verschrikkelijk moe na de enerverende rit… hij gaat om negen uur naar bed en ik maak hem later op de avond wakker voor zijn medicijnen. Ook ik ben moe. Maar we hebben het uiteindelijk toch weer gedaan, ondanks de tegenslag. Dat stemt hoopvol.